Onze kerk
Tsjerke oan it Dok, is een historisch kerkgebouw gelegen in het centrum van Lemmer. Met een geschiedenis die teruggaat tot de 13e eeuw, is dit al de vierde kerk die op deze locatie is gebouwd. Het verhaal van de geschiedenis van het “Tsjerke oan it Dok” neemt ons mee door de tijd, van verwoestingen door brand tot wederopbouw en restauraties. De kerk is voorzien van bijzondere kenmerken, zoals een toren, een gebeeldhouwd reliëf ter nagedachtenis aan oorlogsslachtoffers, een houten tongewelf met beschilderingen, een barokke preekstoel en een prachtig orgel. Deze kerk is al ruim driehonderd jaar een ontmoetingsplaats waar mensen samenkomen om te zingen, bidden, dopen, avondmaal te vieren en de Bijbel te lezen.
Lees verder voor het uitgebreide verhaal van onze kerk.
Herrezen uit haar as
In 1413 wordt het dorp en de kerk, die waarschijnlijk van hout was, door de troepen van de bisschop van Utrecht in brand gestoken en verwoest. In 1516 is Lemmer het mikpunt van Hollandse troepen. Opnieuw worden dorp en kerk door brand geteisterd. De kerk blijft dan wel staan, maar rond 1540 wordt de kerk weer door brand getroffen. Een deel van de kerkelijke goederen moet worden verkocht om de kerk weer op te bouwen. Deze kerk heeft tot 1715 dienst gedaan en is toen wegens bouwvalligheid afgebroken.
De eerste steen
15 mei 1716 wordt de eerste steen gelegd van onze kerk, door Nanne Aenes houtkoper. Een kerk met een toren. De kerk is gebouwd als een éénbeukig schip, met aan drie zijden een ingang. Aan weerzijden van de toren boven de ingangen aan de noord- en zuidzijde zijn gedenkstenen aangebracht. De kerk wordt in 1759 vergroot met een aangebouwde dwarsbeuk aan de noordzijde. Later, in 1870, wordt tegen de zuidzijde de consistorie gebouwd.
Gestolen tijd
De klok uit de afgebroken kerk, daterend van 1598, wordt in de nieuwe toren geplaatst
Helaas is hij er in 1943 door de Duitse bezettingsmacht uitgehaald. In 1949 komt er een nieuwe klok waarop een toepasselijk rijmpje geschreven staat:
“In dief stiel de klok út é alde toer,
Yn har plak sil ik liede,
doarp, mar en greiden oer”
-vertaling-
“Een dief stal de klok uit de oude toren,
In haar plaats zal ik luiden,
Over dorp, meer en weiden.”
Uren wachten
Het uurwerk uit 1654, wordt ook opnieuw geplaatst. Bij de restauratie in 1983 is dit uurwerk vervangen door een elektrisch uurwerk met een automatisch spelend carillon dat bestaat uit achttien klokken. Het oude uurwerk is toen naar het gemeentehuis in Lemmer gegaan. Bij de gemeentelijke fusie is het uurwerk weer in de kerk teruggekomen.
Het uurwerk is helemaal gerestaureerd en staat nu in het voorportaal van de kerk.
In 1798, in de tijd van Napoleon komt de toren in bezit van de burgerlijke gemeente. Het dient dan als een mooie uitkijkpost: je kunt de vijanden goed zien aankomen. En voor de schepen op de Zuiderzee is de toren een baken.
Ter nagedachtenis
Boven de west- ingang van de toren is in 1955 een gebeeldhouwd reliëf aangebracht ter nagedachtenis aan de oorlogsslachtoffers van Lemmer.
Interieur van de kerk
De kerkruimte wordt overdekt door een houten tongewelf. Tijdens de restauratie in 1984 kwam de oorspronkelijke beschildering tevoorschijn. Op een blauw groene ondergrond zijn met bladgoud de sterrenbeelden, Grote beer, Orion, de Plejaden, de zon en de maan aangebracht. Verder zijn wolken en vogels geschilderd.
Preekstoel met een gevarieerd thema
De preekstoel in barokke trant is ook een bezienswaardigheid. Dit pronkstuk is in de jaren 1743 tot 1745 gemaakt door Gerben Jelles Nauta. Er is in Friesland geen preekstoel waarop zoveel thema’s in de versiering zijn verwerkt: je ziet o.a. de vier evangelisten, vier Bijbelverhalen en zes vrouwenfiguren met elk een symbolisch voorwerp in de hand. Het is de moeite waard dit eens van dichtbij te bekijken. Het voorpaneel vertelt het hele evangelie!
Het bijbehorende doophek met gesneden vaasbalusters, is ook door Nauta gemaakt.
Achter het doophek werden de kinderen gedoopt. Aan de preekstoel zit nog een houder met een zilveren doopschaal.
Vaste grond onder de voeten
De restauratie heeft ook de oude kerkvloer weer aan het licht gebracht. Deze bestaat uit ruim veertig grafzerken, plavuizen en de zogenaamde Bentheimer tegels. Vooraanstaande Lemster families liggen hier begraven. Rijke families konden een graf kopen binnen de muren van de kerk. Niet altijd werd het begraven zorgvuldig gedaan en ging het na verloop van tijd stinken in de kerk. Vandaar de uitdrukking: “Een rijke stinkerd”.
In 1825 mag er niet meer in de kerk begraven worden. Er waren toen al wel graven verkocht, maar daar is nooit iemand in gelegd. Daarom zijn er stenen waar geen tekst op staat.
Stoelendans
De mooi gesneden, gebeitste iepenhouten stoelen zijn al bijna tweehonderd jaar oud. De imitatie-eiken geschilderde banken dateren uit 1870. De achterste rijen banken met open rugleuning in de dwarsbeuk waren bestemd voor de bewoners van het armenhuis. Daarom werd dit deel van de kerk vroeger ook wel het ‘earmhúsein’ genoemd.
Op de oostelijke galerij waren de zitplaatsen voor aanzienlijke Lemster families. De achterste en hoogstgeplaatste bank was van de Grietmansfamilie Van Andringa.
De drie kroonluchters zijn uit 1738. Het doopvont en de avondmaalstafel zijn in 1959 gemaakt.